Het aangaan van risico bij spelen is voor bijna ieder kind vanzelfsprekend. Maar hoe gaan wij daar – als pedagogisch professionals – mee om? Wat bedoelen we met risicovol spel in de kinderopvang? Wat zijn de aandachtspunten en de randvoorwaarden? Suggesties voor de beroepspraktijk! Risicovol spelen past binnen de huidige wet- en regelgeving en de vaardigheden van pedagogisch professionals. Een uitgebreid veranderingsproces op dit gebied lijkt dus onnodig. Dat is een belangrijke conclusie van ons ontwikkelteam Risicovol spel. Zolang de grote risico’s goed zijn omschreven in het veiligheids- en gezondheidsbeleid, en beschreven is hoe kinderen geleerd wordt om met kleine risico’s om te gaan, is er heel veel mogelijk. Uiteraard is het wel van belang dat pedagogisch professionals worden gefaciliteerd en ondersteund in de uitvoering van het begeleiden van risicovol spel. Een brede basis hiervoor is al aanwezig. 


aandacht

Belangrijk om te weten

  • Kinderen zijn risicocompetent: ze kunnen zelf risico’s inschatten en beslissen of ze dit risico nemen.

  • Neem de tijd om een afweging te maken: is het noodzakelijk in te grijpen of weegt de ontwikkelkans op tegen het risico.

  • Vraag je af of regels en afspraken ten aanzien van risicovol spel wel nodig zijn.

 

Tools

Tools

13x

Praktijkvoorbeelden

Praktijkvoorbeeld

6x

Wetenschappelijke bronnen

Wetenschappelijke bron

9x

fa square arrow down solid primary


aandacht

Werkdefinitie

Het aangaan van risico's is voor kinderen vanzelfsprekend. Zij zoeken naar de uitdagingen die passen bij de vaardigheden die ze hebben of willen uitbreiden. Daarmee zoeken zij onzekerheid en onvoorspelbaarheid met een kans op bezering. Juist dat maakt risicovol spel voor kinderen spannend én plezierig en daarmee aantrekkelijk. Het gaat vaak om nieuwe ervaringen waarbij kinderen grenzen opzoeken en verleggen.

Het uitgangspunt is dat de meeste kinderen zelf risico’s kunnen inschatten. En dat ze zelf de afweging maken deze aan te gaan. Met andere woorden: een kind is risicocompetent.

De pedagogisch professional ondersteunt de behoefte van kinderen aan risico en uitdaging door mogelijkheden te bieden voor risicovol spel. Door het inrichten van de speelomgeving, maar ook door de begeleiding van het spel. Door vertrouwen te bieden, voelt het kind de vrijheid om zijn grenzen te verkennen en zelf keuzes te maken bij het risicovol spelen.

De afweging voor het aangaan van eigen risico is altijd de eigen keuze van het kind.


Risicovol spel versterkt het kind

Risicovol spelen versterkt kinderen op meerdere vlakken. Het helpt hun bij het ontwikkelen van veerkracht, weerbaarheid, risico-competentie, zelfvertrouwen, betrokkenheid, creativiteit, zelfkennis, autonomie en zelfstandigheid. Hiermee wordt het faciliteren en ondersteunen van risicovol spelen dan ook een van de opvoedingsopgaves voor de pedagogisch professional.

Hoe ruimte te geven aan risicovol spel? Zes tips!

We geven zes tips waarmee je ruimte kunt geven aan risicovol spel.

Tip 1. Neem het kind als uitgangspunt

Neem een basishouding aan die het perspectief van het kind als uitgangspunt neemt: welke behoefte aan uitdaging en risico heeft het kind? Probeer je eigen ideeën, perspectief en ook angsten opzij te zetten. Houd je als pedagogisch professional zoveel mogelijk afzijdig, zodat het kind zelf het verloop van het risicovol spelen kan bepalen. Stel je hierbij ‘pedagogisch sensitief’ op.

Met andere woorden: probeer bij elk individueel kind het goede te doen, door op het juiste moment aan te sluiten bij de behoeftes van het kind en zijn cognitieve, sociale en fysieke vaardigheden. Wees er op alert dat kinderen hun vaardigheden niet overschatten, zodat je het kind kunt begrenzen indien dit nodig is.

Tip 2. Creëer een uitdagende speelomgeving

Creëer – zowel binnen als buiten – een speelomgeving waar voldoende fysieke uitdaging te vinden is voor elk individueel kind. Zorg er daarbij voor dat alle zes categorieën risicovol spelen aan bod komen.

De zes categorieën zijn: spelen op hoogte, spelen op snelheid, ruig spel, spelen met riskante gereedschappen, spelen in de buurt van gevaarlijke elementen als water en vuur, en uit het zicht spelen.

Voor het jonge kind zijn er twee aanvullende categorieën: spelen met impact en ‘plaatsvervangend’ risicovol spel. Spelen met impact is het zichzelf of spullen laten botsen met andere objecten of andere kinderen.  Plaatsvervangend risicovol spelen is het kijken naar het risicovol spelen van anderen. Dat kan dezelfde sensatie van spanning en plezier opleveren.

Zowel tijdens het vrij spelen als tijdens begeleide activiteiten kunnen mogelijkheden voor risicovol spel gecreëerd worden. Denk bij begeleide activiteiten aan bijvoorbeeld het maken van een vuurtje, het werken met messen en het bouwen van een hoge hut.  

Tip 3. Zie risico als een positieve ervaring

Risico kun je zien als een positieve ervaring. Draag dat zowel in houding als in gedrag uit. Een ervaring, die vanwege de autonomie van het kind juist zou moeten worden aangegaan. In de praktijk betekent dit dat de pedagogisch professional bij de begeleiding van risicovol spelen het kind ondersteunt en stimuleert.

aandacht

Bij een mogelijke interventie zijn er de volgende attentiepunten: 

  1.  Maak continu een risico-voordeel afweging (‘risk-benefit assessment’). Schat in of het positieve van de ervaring opweegt tegen de mogelijke negatieve ervaring van het niet lukken en zich bezeren. Bij gevaar – iets dat een kind zelf niet overziet (zoals een tak in een boom die op afbreken staat) – wordt ingegrepen en staat de veiligheid voorop. 
  2. Hanteer de 30-tellenregel en gebruik deze tijd voor de afweging: is het noodzakelijk om in te grijpen of weegt het mogelijke voordeel op tegen het nadeel?
  3. Probeer om niet uit gewoonte te handelen. Vermijd de neiging om bij een klein risico in te grijpen (de ‘pas op, kijk uit-stand’).  
  4. Beperk het kind alleen bij een onaanvaardbaar risico.
  5. Moet er worden ingegrepen, dan is het belangrijk om dit te doen zonder het spel direct te stoppen. 
  6. De reactie op genomen risico’s moeten niet worden overdreven, anders neemt het kind waarschuwingen niet meer serieus. Leg in plaats daarvan de risico’s kalm en rationeel uit. En draag veiliger alternatieven aan waar nodig.
  7. Tot slot: wees alert op sociale en emotionele risico’s, bijvoorbeeld wanneer positief aanmoedigend gedrag overgaat in opstoken, uitsluiten of pesten waarbij een kind over zijn eigen grens heengaat.

Tip 4. Besteed in het team aandacht aan individuele verschillen

Elke pedagogisch professional heeft zijn eigen houding en interesse ten aanzien van risicovol spelen. Hij of zij heeft een eigen grens en is zich bewust van de eigen normen en waarden. Daarbij is het goed om ook open te staan voor het verleggen van grenzen. Net als de grenzen van kinderen zijn ook de grenzen van professionals flexibel en in beweging. De behoefte van collega’s om één lijn te trekken helpt noch het kind noch de professional. Zorg voor een dialoog over en waardering van de diversiteit en elkaars beslissingen. Bekijk verder de regels en afspraken ten aanzien van het vrij en risicovol spelen kritisch. Zijn deze regels en afspraken eigenlijk wel nodig? 

Tip 5. Zorg voor autonomie en steun elkaar

Het is belangrijk dat pedagogisch professionals de autonomie krijgen om zelfstandig in de onzekerheid van de dagelijkse praktijk (de ‘messy practice’) van het risicovol spelende kind zelf split second-beslissingen te nemen.

Bij eventueel letsel dient de pedagogisch professional volledig gesteund te worden door de leidinggevende en organisatie en dit ook vooraf te weten en te ‘voelen’. Risicovol spelen dient hiervoor ingebed te zijn in beleid en organisatie, van MT/RvT naar leidinggevende naar team.

Het pedagogisch beleid en het beleid omtrent Veiligheid en Gezondheid wordt zo geformuleerd dat de organisatie zich vrij voelt en de GGD kan laten zien dat het risicovol spel goed is onderbouwd. Daarbij is geen beschrijving nodig van alle risico’s, maar een algemene visie op risicovol spelen en beleid op het voorkomen van grote risico’s. Daarbij kunnen er wel ‘protocollen’ worden opgesteld voor specifieke begeleide risicovolle activiteiten, zoals het maken van een vuurtje. 

Tip 6. Communiceer met de ouders

Aandacht voor de communicatie met ouders is belangrijk. Benoem daarbij risicovol spelen als positief. Bespreek het onderwerp ‘risicovol spel’ bijvoorbeeld tijdens een ouderavond. Een verdieping kan plaatsvinden met zogenaamde ‘risk reframing’-sessies. Hierbij krijgen ouders met filmpjes, discussie en eigen speelervaringen een positief beeld van het aangaan van risico door kinderen. Daarbij is het van belang om begrip te hebben voor de bezorgdheid van ouders. Het in gesprek gaan met ouders zorgt voor samenwerking met en enthousiasme bij ouders op het gebied van risicovol spelen.

Besteed in alle contacten met ouders aandacht aan het belang van risicovol spelen voor de ontwikkeling van hun kind. Ook als het onverhoopt ‘mis’ is gegaan. Kernpunten daarbij zijn:

  • Het kind leert ervan, dus het bevordert de risico-competentie.
  • Het is onderdeel van het ‘normale’ spelen.
  • De professional weet welke uitdagingen het kind aankan (‘Ik zie dat úw kind dit nodig heeft.’).

Ook helpt het als ouders waardering uitspreken over deze individuele benadering van hun kind. En dat de professional de volgende uitdaging die het kind nodig heeft, waarneemt en faciliteert. 

Hoe is de werkdefinitie tot stand gekomen?
Na een uitgebreide screening van de literatuur heeft de betrokken onderzoeker een concept-werkdefinitie geformuleerd, die vervolgens is voorgelegd aan het ontwikkelteam. Na diverse gesprekken is het ontwikkelteam uiteindelijk gekomen tot de werkdefinitie zoals deze hierboven is beschreven.

Ontwikkelteam

Pedagogisch professional: Anouk Bots, Kinderopvanggroep Tilburg; Bianca Deumers, Korein; Dagmar Kuus, bso Wijs; Dineke Hunse, Hamertje Tik; Elisa Somsen, Kindergarden; Heleen van der Veen, Humankind; Isabelle van Putten, Kindergarden; Janine Corstjens, Compananny; Jojanneke Kromne, SDK-kinderopvang; Josje Bouhuijzen, KMN Kind&Co; Laura Lecluse, TintelTuin; Laura Veenema, Stichting Kinderopvang Kralingen; Marijke Kuiper, sk-Oegstgeest; Saskia Mucek, Stichting Kinderopvang Kralingen; Tilly Kuiper, Kion;
Onderzoeker: Martin van Rooijen, Universiteit voor Humanistiek

Praktijkvoorbeelden gezocht

We zijn op zoek naar aansprekende voorbeelden uit de praktijk.
Wil jij een voorbeeld uit jouw eigen praktijk aandragen?

Vul dan alsjeblieft het contactformulier in en we nemen snel contact met je op!

Voorbeeld aandragen

Ontwikkelteam | Risicovol spel

Pedagogisch professional
Anouk Bots (Kinderopvanggroep Tilburg)
Josje Bouhuijzen (KMN Kind&Co)
Janine Corstjens (Compananny)
Bianca Deumers (Korein)
Dineke Hunse (Hamertje Tik)
Jojanneke Kromne (SDK-kinderopvang)
Tilly Kuiper (Kion)
Marijke Kuiper (sk-Oegstgeest)
Dagmar Kuus (bso Wijs)
Laura Lecluse (TintelTuin)
Saskia Mucek (Stichting Kinderopvang Kralingen)
Laura Veenema (Stichting Kinderopvang Kralingen)
Elisa Somsen (Kindergarden)
Isabelle van Putten (Kindergarden)
Heleen van der Veen (Humankind)
Onderzoeker
Martin van Rooijen (Universiteit voor Humanistiek)